"In 1997 produceerde Owada zijn eerste album, Nothing, onder het label van de componist David Cunningham. Geconcipieerd als een minimalistisch werk, bestaat het album uit 23 songs, gecomponeerd en geschreven door Creed. Het werk van Martin Creed is een navolging van de conceptuele en minimalistische kunst uit de jaren ?60 en ?70, van bijvoorbeeld Sol Lewitt. Creed weigert een esthetische richting in te slaan als hij een werk creëert. Hij baseert zijn aanpak op de consistenties van een kunstwerk en de relaties die het vormt met die kunstwerken eromheen. Zijn werken nemen verschillende vormen aan, maar op hetzelfde moment blijven ze beheerst. De kunstenaar gebruikt vaak materialen die al aanwezig zijn in de tentoonstellingsruimtes: de lucht in Work No. 200, half the air in a given space (1998), het licht in Work No. 227, The Lights Going On and Off (2000), die hem in 2001 de Turner Prize opleverde, maar ook muren, deuren en geluid. Om zijn redenering te beschrijven citeert Martin Creed graag Michelangelo, die zei dat een sculptuur al aanwezig is in het blok marmer. Het is gewoon kwestie van het er uit te krijgen."
"Martin Creed beschouwt geluid en muziek als een verderzetting van zijn aanpak van de visuele kunsten. Door complementariteitsprincipe ontstaan zijn auditieve werken vaak uit visuele werken en vice versa, bijvoorbeeld in I Like Things, of Everything is Going to be Alright. Hij ontwerpt ook auditieve installaties, zoals Work No. 189. thirty-nine metronomes beating time. one at every speed (1998), waarin 39 metronomen opgesteld op de vloer elk een verschillende tijd slaan. In 1994 vormde hij de band Owada samen met twee vrienden. Martin Creed was de zanger en gitarist, Adam McEwethe de percussionist en Keiko Owada de basgitarist en backing vocal. Creed had al stukken geschreven en gecomponeerd voor de band er was, maar Owada stelde hem in staat die uit te voeren. De groep ging echter al vlug uit elkaar, omdat het te ver verwijderd was van Creeds artistieke aspiraties. Creed ging door met het ontwikkelen van zijn eigen muzikale projecten als zanger en gitarist in de context van tentoonstellingen. De titels van de stukken onthullen de lyrics van de songs (1,2,3,4), de karakteristieken ervan (Short g, (0'06") of de opnamecontext (30 seconds with the lights off). Op dezelfde manier bestaat het stuk X uit de letters van het alfabet van A tot Z, en 1-100 uit een lijst van nummers in volgorde gezongen. In Circle roept de kunstenaar de kunstwereld op en refereert hij aan bekende kunstenaars uit de conceptuele kunst. Het album is een mix tussen dada en popmuziek. De lyrics draaien rond repetitie, tellen en opzeggen, maar gereduceerd tot het stricte minimum: weinig noten en geen overbodige woorden. Creed wou de gitaar zo puur mogelijk en koos ervoor om geen 'reverb' of 'distortion' te gebruiken. Dankzij deze neutrale aanpak wordt het geluid fijner, zuiverder. Het is door die afwezigheid van muzikaal esthetisme dat het album zijn naam waardig wordt." - Priscilia Marques
Owada
Owada is een driedelige band met Martin Creed, winnaar van de Turnerprijs 2001. Zonder te veel noten te gebruiken en met nauwelijks overbodige woorden, breekt Owada de muziek af en bouwt het op om grappige en rechte, trieste en vrolijke liedjes te maken. Het album heeft zijn lage en hoge, en door dikke en dunne, grote liedjes en kleine, neemt het de ruwe met de gladde hardhandig en met een lichte aanraking.