De zeven "Brieven" aan de Amerikaanse schrijver en Nobelprijswinnaar William Faulkner vertegenwoordigen een heel bijzonder voorbeeld van de manier waarop de verwante "schriftuur" van twee verschillende kunstvormen een intense uitwisseling mogelijk maakt van gemoedstoestanden en bekommernissen omtrent de mens en diens vervloeien in de cycli van de geschiedenis, zijn wanhopig zoeken naar zichzelf doorheen de verblindende weerspiegelingen van ontelbare schijnwerelden, zijn gevecht met de tijd...
Faulkner van zijn kant plaatst zijn romanwereld en zijn personages dikwijls in een continu spanningsveld dat gegenereerd wordt door de interacties tussen wat aan iets voorafgaat, een haast ongrijpbaar heden en een genadeloos nadien. Hij probeert op die manier met woorden en grammaticale middelen zo dicht mogelijk bij een beleving van de tijd als fluïdum te komen. Over zowat elke bladzijde zweeft bij hem een sfeer van weemoed, een langoureus verlangen naar onbestemdheden die zojuist door de mazen van de tijd ontsnapt zijn. En tegelijk een noodlottig proberen om zoiets niet opnieuw te laten gebeuren. De verhaallijn weeft een streng van gefnuikte ambities en gebroken dromen. Het verleden lijkt uit alle macht te proberen naar het hier en nu te grijpen en de prille toekomst kan er ternauwernood aan ontkomen. In dat kader stelt Faulkner dan zijn personages voor de onontkoombare opdracht om zichzelf te realiseren in de versie die zij zich voorstellen van wat het is een mens te zijn. In de zeven collages die zijn briefwisseling vormen met Faulkner benadert Van Breedam gelijkaardige thema's op een verwante manier en in zijn eigen idioom. Op zijn beurt gaat hij op zoek naar de verloren momenten tussen dat wat was en dat wat wordt. Hij ziet ze bijvoorbeeld gereflecteerd in de kleurnuances van oud geworden papier, soms zo dun dat het lichtjes doorschijnend wordt, zodat het ook de achterkanten van zijn verwording suggereert. Via zulke dialectische eigenschappen van zijn materiaal doet hij in zijn collages dubbelverhalen ontstaan die zichtbaar maken hoe ontzettend fragiel, maar ook hoe ontroerend mooi zijn gedroomde werelden in suspensie kunnen zijn. Werelden waarin tegengestelden zich dikwijls kunnen ontwikkelen langs gemeenschappelijke raaklijnen om zo met elkaar verzoend te geraken. Bij een toeschouwer die zich er onvoorwaardelijk in verliest, verandert het DNA van zijn gevoelswereld, want dan wordt de interne energie van die werken overgedragen, die ons niet alleen in staat stelt om anders te leren kijken en voelen, maar ook om die nieuwe ervaringswereld te verinnerlijken en te valoriseren. Kijken en ervaren om de blinde vlekken in ons eigen innerlijk oog te zien. Camiel Van Breedams met Faulkner gedeelde interesse voor het fenomeen "tijd" speelt trouwens een cruciale rol in praktisch heel zijn oeuvre. Alleen al vanwege de materialen die hij gebruikt als expressiemiddel. Het menselijk geheugen is een uiterst onberekenbaar middel om specifieke herinneringen of samenhangende verbanden uit het verleden te bewaren. Maar in ontelbare restanten van wat gemakshalve de afvalberg van de consumptiemaatschappij genoemd wordt, staan als het ware kronieken gegrift, zij het in direct leesbare vorm of in moeilijker te ontcijferen tekens. Ze zijn geïmpregneerd met de sporen van dagdagelijkse menselijke wederwaardigheden die de officiële geschiedschrijving niet hebben gehaald. Maar juist die blijkbaar onbedoelde signalen helpen Camiel Van Breedam om het aan scherven gevallen verleden in nieuwe contexten en verbanden te plaatsen. Hij verleent er een autonome esthetiek aan door de erosies die de tijd heeft veroorzaakt op elkaar te laten inspelen o.a. via associaties/dissociaties, verschuivingen van perspectief, ritmische patronen, schijnbare tegenstellingen... Door aldus de brokstukken van de gefragmenteerde chronologische tijd op zijn eigen poëtische manier weer bijeen te voegen, communiceert hij over aspecten van de menselijkheid die van alle tijden (zouden moeten) zijn: op kantelmomenten zoeken naar harmonieën i.p.v. conflictmodellen, naar correlaties i.p.v. ontwrichtingen. - Etienne Wils
Camiel Van Breedam