Tentoonstelling: update_7 . Mémoires Vives
De videokunst verscheen in de tweede helft van de jaren 1960. Deze kunstvorm is verwant aan de officiële televisie, maar deelt daarmee niet de commerciële kant, esthetische doelstelling of wijze van verspreiding.
De pioniers van de videokunst wilden, onder impuls van de Koreaan Nam June Paik, vanaf het begin de esthetische grenzen van de traditionele kunst opblazen, door gebruik te maken van een technologie waarvan het product eerder communicatief was dan een individueel kunstwerk. Videokunst werd geboren vanuit een belangstelling voor de immateriële boodschap van elektronica, totaal verschillend van de statische fysieke vormen van de traditionele beeldende kunsten. De activiteit van deze kunstenaars zal zich vooral richten op kwesties die verband houden met lichaam, macht, massamedia, televisie, uitzending, signaal, technologie. Het behandelen van deze onderwerpen doet nadenken over nieuwe horizonten, waarbij sommigen de geboorte zagen van een nieuwe "episteme". Dit idee van een veranderende wereld, die sinds de jaren 1960 heeft geleid tot een nieuw intellectueel tijdperk, loopt parallel met de reflecties die men in de vroege jaren 1990 kon horen, toen de computer ?persoonlijk? werd, d.w.z. voor iedereen toegankelijk.
De expo wou aantonen dat deze 2 momenten - in de jaren 1960 en 1990 - niet van elkaar los gezien kunnen worden. Om de banden tussen beiden aan te tonen, werden de volgende 3 pistes gevolgd:
1. Toestellen, hun gebruik en uitvinding door kunstenaars
2. Geheugen en archief
3. De veelheid aan schermen als constructie van een nieuw mentaal universum
Om deze relaties te verkennen op de rand van twee werelden, de ene analoog en de andere digitaal, werden ongeveer vijftien installaties, videofilms, sculpturen, foto's, generatieve werken en archiefdocumenten tentoongesteld. Sommige van deze werken worden beschouwd als mijlpalen in de hedendaagse kunst. Na een openingssessie met de kunstenaars op de dag van de vernissage werden tijdens de duur van de expo elke donderdag conferenties gehouden. Ze stelden alle deelnemers in staat om te discussiëren met leiders van culturele instellingen, theoretici, onderzoekers en kunstenaars over de vragen die de tentoonstelling oproept. Namen deel aan de openingssessie: Steina en Woody Vasulka, Frederic Curien (collectief SLIDERS_lab), René Sultra and Maria Barthélémy en Jinsuk Suh, directeur van het Nam June Paik Art Center.
Voorziene sprekers: Thierry Dufrêne (Professeur des universités, université de Nanterre, Frankrijk); Larisa Dryansky (Maitre de conférences, université Paris 1 La Sorbone, Frankrijk); Anne-Marie Duguet (professeur émérite des universités, Paris 1 La Sorbone, Frankrijk); Don Foresta (directeur van de Stichting MARCEL, voormalig directeur van het Amerikaans Cultureel Centrum in Parijs) ; Patrick Nardin (Maitre de conférences, université Paris 8 Vincennes, Frankrijk); Grégoire Quenault (Maitre de conférences, université Paris 8 Vincennes, Frankrijk); Joost Rekveld (kunstenaar, Amsterdam, Nederland); Halldor Runolfsson (voormalig directeur van de National Gallery of Iceland, IJsland); Jeffrey Schier (ingenieur, ontwerper van de Digital Images Articulator, CA, VS); SLIDERS_lab (kunstenaarscollectief, Angoulême, Frankrijk).
Donderdag 17 januari bracht SPECTRA hulde aan Paiks Fluxusverleden met o.a. een selectie uit de Twelve Piano Compositions for Nam June Paik van George Maciunas. Fluxus was een eerder losse groepering van kunstenaars die op zoek gingen naar de vermenging van kunstvormen en -disciplines, vaak met gebruik van nieuwe media. De Duitse kunstenaar Michael Beil toonde in String Jack dan weer hoe deze ideeën omtrent intermedia vandaag vorm kunnen krijgen. Beeld en klank, verleden en heden vermengden zich tot een bevreemdende saturatie: de dagdagelijkse overdaad aan informatie kunstig bevraagd. Ook huiscomponist Joris Blanckaert formuleerde in deze context zijn antwoord in een bijzondere creatie.