Tentoonstelling: Safari

van 14 maart 2020 tot 28 juni 2020

Over deze tentoonstelling:

Ga mee op expeditie doorheen het oeuvre van kunstenaar Guy Slabbinck. Guy Slabbinck maakt voornamelijk schilderijen op groot formaat die overweldigen door hun rijkdom aan kleuren, texturen en motieven. Hij plaatst mythologische of magische figuren in exotische landschappen die zowel iets paradijselijks als dreigends uitstralen. Het woord Safari komt uit het Swahili waar het 'lange reis' betekent. Deze expo is in geen geval een exotiserende verheerlijking van de Safari-cultuur zoals wij die kennen, maar de expo is eerder opgevat als een tocht door het oeuvre. Hier en daar figureert de kunstenaar zelf in de werken, een uitdrukking van de dialoog die hij continu aangaat met de kunstgeschiedenis. Er is ook een film en expo te zien die Slabbinck maakte met de Israëlische filmdirector Amir Yatziv over de diefstal van een Monet schilderij in Polen .

Tekst naar aanleiding van de expo, verschenen in COLLECT magazine maart 2020.

Kunst mag niet louter een product worden.


Guy Slabbinck schildert al sinds zijn vijftiende. Toen hij enkele jaren later een studie moest kiezen, leek schilderkunst enerzijds te vanzelfsprekend en anderzijds geen optie om er echt een beroep van te kunnen maken. En dus koos hij voor grafische vormgeving. Al wisselde hij de richting reclame al tijdens zijn studie in voor illustratie, wat dichter bij schilderkunst aanleunde. "Doordat ik autodidact ben, heb ik de eerste trein misschien gemist, maar het liet me wel toe om mijn eigen identiteit als schilder ten volle te ontwikkelen, zonder dat er iemand over mijn schouder meekeek. Nog elke dag sta ik op met de volle goesting om te schilderen. Er duiken continu beelden op in mijn hoofd die ik wil vertalen naar een doek", vertelt Slabbinck.
Een van de manieren waarop Guy Slabbinck zich inwerkte in de schilderkunst, is door de studie van de oude meesters. "Pieter Paul Rubens is voor mij de koning der schilders. Hoe hij gouden munten, water of vrouwen schildert, de werken zijn keer op keer een feest om naar te kijken. Je kan er als het ware in leven. Maar ook Goya, Velázquez en Eugène Delacroix blijven me mateloos fascineren. Zeker nu ik de schilderkunst meer vanuit een technisch standpunt onderzoek, en probeer te begrijpen hoe ze ons oog, net als in een film, over hun werken laten dwalen. Dat probeer ik zelf ook te bereiken. Ik wil dat mijn werken de kijker op het eerste gezicht aanspreken, maar ook dat ze constant nieuwe details prijsgeven" vertelt Slabbinck.
Daarvoor haalt Slabbinck veel inspiratie uit werken van oude meesters, maar ook uit de actualiteit. "Een trip naar Venetië afgelopen zomer vormde de inspiratie voor L'ange du foyer (2019), waarop Peggy Guggenheim met een van haar hondjes te zien is, maar ook onder meer een verwijzing naar Max Ernst. Op The Isis Beamer (2019) combineer ik dan weer een figuur van Leonardo Da Vinci met mijn eigen dochter, en op Le Mariage (2019) zie je een koppel in een aquarium dat aan het verdrinken is in het huwelijk", vertelt Slabbinck. "Door die benadering van het beeld leunt mijn werk sterk aan bij de tekenkunst. Al hecht ik meer en meer belang aan schilderkunstige principes als lichtinval en opbouw. Naast de oude meesters kijk ik op naar hedendaagse kunstenaars als Jan Van Imschoot, die de brug naar de figuratieve schilderkunst terug maakte, maar ook Daniel Richter voor zijn durf en Neo Rauch voor zijn ongebreidelde fantasie."
"De uniciteit van de kunstenaar is een mythe. Zeker in tijden van sociale media waar alle beelden steeds meer op elkaar gaan lijken. Daarom heb ik mijn Instagram-account gewist. Je ziet er te veel beelden, waardoor je uiteindelijk niets meer ziet. En je eigen werk begint er al een leven te lijden, terwijl het nog nooit buiten het atelier getoond is. Het is dus nog niet af, en tegelijk al voorbij. Tegelijk staat het massale van die beeldenstroom in schril contrast met het unieke karakter van een schilderij. Daarom probeer ik in de voorbereiding van een expo anderhalf tot twee jaar vooral intuïtief met mijn eigen werk bezig te zijn, en niet te veel andere dingen te zien."

Onverkoopbaar
Niet alleen doordat hij zijn werk stevig in de kunstgeschiedenis verankert, maar ook door op zoek te gaan naar wat nu net de magie of waarde van een werk bepaalt, heeft Guy Slabbinck de schilderkunst zelf tot hoofdonderwerp van zijn oeuvre verheven. Zo heeft hij samen met de Israëlische, in Gent wonende regisseur Amir Yatziv een film over de diefstal van het populairste schilderij van heel Polen, Strand in Pourville (1882) van Claude Monet, gemaakt. "Daarvoor interviewden we onder meer de dief, die het werk eigenlijk uit liefde had ontvreemd. Daarnaast omvat de installatie een door mij geschilderde replica, die vergezeld is van een bewakingsagent. Daardoor stonden mensen in Polen letterlijk in de rij om er een foto van te kunnen nemen, terwijl de andere door mij gemaakte werken amper aandacht kregen. Waar een werk zo?n aura en dus een bepaalde waarde aan dankt, boeit me."
Die interesse vertaalt zich ook in zijn eigen positie ten opzichte van de kunstmarkt. "Ik weet hoe ik decoratieve werkjes moet maken die perfect boven de zetel kunnen hangen en dus snel verkopen, maar dat interesseert me niet. Kunst mag niet louter een product worden. Ik wil mijn artistieke vrijheid behouden en de grenzen van de schilderkunst en mijn eigen fantasie opzoeken. Ook daarom werk ik graag op grote formaten. Ze geven me het gevoel dat ik er ten volle mijn verhaal op kan vertellen. Je kan er als het ware in verdwijnen. Het is al gebeurd dat net zo'n "onverkoopbaar" werk dan toch verkocht wordt. Wellicht omdat een verzamelaar de authenticiteit ervan aanvoelt", vertelt Slabbinck.
"Momenteel organiseer ik de verkoop van mijn werken zelf. Niet dat ik per se zonder galerij wil werken, maar ik moet de juiste nog tegenkomen. Bovendien kan ik op deze manier mijn eigen prijszetting beter onder controle houden, en langzaamaan groeien. Voor mij is mijn maatschappelijke rol als kunstenaar belangrijker dan het puur commerciële gegeven, waardoor mijn werk misschien niet altijd makkelijk verteerbaar is. Tegelijk hebben kunstenaars eeuwenlang hun eigen werk gepromoot, waardoor ik niet inzie waarom je geen serieus kunstenaar zou zijn als je niet door een galerij wordt vertegenwoordigd."
"Bovendien vind ik het fijn om te weten bij wie mijn werk terechtkomt. Zoals Delacroix zei, zijn schilderijen een soort spiegels voor de ziel. Als je naar een werk kijkt, dan kijk je eigenlijk diep in jezelf. Daarom hou ik ervan om met de mensen die geraakt worden door mijn werk te praten. Ook al zijn ze helemaal anders dan mezelf, de schilderijen lokken vaak gelijkaardige gevoelens uit, waardoor er een emotionele band ontstaat. Tegelijk is het al gebeurd dat ik akkoord ga om een bepaald werk aan iemand te verkopen tijdens het gesprek, maar dat ik de verkoop achteraf afblaas. Als ik er geen goed gevoel bij heb, dan kan ik het niet laten gaan. Daarvoor zijn mijn werken veel te sterk gevoed vanuit mijn eigen leven."

Elien Haentjens

Gerelateerde tentoonstellingen